Bronchoscopic lung volume reduction
A new treatment modality for patients with severe emphysema
Samenvatting Karin Klooster
Universitair Medisch Centrum Groningen, 25 april 2016
Promotor: Prof. Dr. H.A.M. Kerstjens
Copromotores: Dr. D.J. Slebos, Dr. N.H.T. ten Hacken, Dr. E.J. Hartman
In Nederland wordt het aantal COPD patiënten geschat op 400.000 en is het een van de vijf meest voorkomende doodsoorzaken. COPD is een ongeneeslijke ziekte. Voor patiënten met zeer ernstig COPD zijn de huidige behandelopties als stoppen met roken, (inhalatie-) medicatie, voeding, longrevalidatie en zuurstof onvoldoende effectief. Voor slechts een hele kleine groep van deze patiënten is een longvolume reductie chirurgie of een longtransplantatie mogelijk. Deze behandelingen zijn erg belastend, schaars en duur. Daarom zijn minder belastende longvolume reductie behandelingen ontwikkeld.
De afdeling Longziekten van het UMCG is in 2006 begonnen met het opzetten van een programma gericht op het ontwikkelen van nieuwe, niet chirurgische, minimaal invasieve technieken voor de behandeling van patiënten met ernstig COPD ook wel “bronchoscopische longvolume reductie” genoemd.
In dit proefschrift onderzochten we twee nieuwe bronchoscopische behandelingen bij patiënten met ernstig emfyseem: de longvolume reductie behandeling met “éénrichtingsventielen” en de behandeling met “coils”.
In de STELVIO studie, recent gepubliceerd in “the New England Journal of Medicine”1 hebben we de effectiviteit van de behandeling met éénrichtingsventielen onderzocht bij patiënten met ernstig emfyseem waarbij geen collaterale ventilatie was aangetoond tijdens de Chartis meting. Met deze studie hebben wij aangetoond dat de behandeling met éénrichtingsventielen statistische en klinische relevante verbeteringen geeft in longfunctie, inspanningsvermogen en kwaliteit van leven in een geselecteerde groep van patiënten met ernstig emfyseem. De behandeling met éénrichtingsventielen blijkt zowel geschikt voor patiënten met heterogeen verdeeld emfyseem als voor patiënten met homogeen verdeeld emfyseem. De meest voorkomende bijwerking van de behandeling met eenrichtingsventielen is een pneumothorax. Bij de meeste patiënten is thorax drainage afdoende. Als de pneumothorax echter persisteert, is het tijdelijk verwijderen van een van de geplaatste ventielen nodig voor herstel. In sommige gevallen, zoals bij een terugkerende pneumothorax of bij het dislokeren van éénrichtingsventielen ten gevolge van granulatieweefsel, is het soms noodzakelijk om de ventielen definitief te verwijderen. Met de STELVIO studie, is nu aangetoond dat de behandeling met éénrichtingsventielen, in geselecteerde patiënten waarbij er geen collaterale ventilatie is, zeer effectief is. We hopen dat met deze resultaten de behandeling met éénrichtingsventielen in de standaardzorg voor COPD komt.
Voor patiënten die ten gevolge van aanwezige collaterale ventilatie niet in aanmerking komen voor een behandeling met eenrichtingsventielen hebben we aangetoond dat een longvolume reductie behandeling met coils een goede behandelingsoptie kan zijn. We hebben de veiligheid, uitvoerbaarheid en de effectiviteit van de behandeling met longvolume reductie coils in een aantal studies onderzocht. Hierbij konden we aantonen dat plaatsing van coils veilig uitgevoerd kon worden, maar ook dat er significante en klinisch relevante verbeteringen waren in de longfunctie, het inspanningsvermogen en de kwaliteit van leven. De behandeling met coils is zowel voor patiënten met heterogeen als met homogeen verdeeld emfyseem effectief. Het klinische effect van de behandeling lijkt over een periode van 3 jaar geleidelijk af te nemen. De werkzaamheid en het veiligheidsprofiel van deze behandeling zal nog verder moeten worden geëvalueerd in grote gerandomiseerde gecontroleerde studies met langere follow-up.